De FLiDAR meetboei betekent een belangrijke doorbraak voor offshore windparken, omdat hiermee de kosten van het analyseren van de windrichting- en snelheid aanzienlijk worden teruggebracht. Bedrijven die werken aan nieuwe technieken voor duurzame energie op basis van offshore wind, golfslag of getijden, zullen veel baat hebben bij de FLiDAR. Deze meetboei kan in één dag geïnstalleerd worden en levert zeer nauwkeurige gegevens die snel toegankelijk zijn. Inmiddels is aangetoond dat deze meting van windrichting en -snelheid net zo nauwkeurig is als met vaste offshore meetmasten, ongeacht de zeegang.
Het concept van FLiDAR is gebaseerd op een huurmodel, gekoppeld aan een data serviceovereenkomst. Dit beperkt het financiële risico voor de klant tot een minimum, terwijl de flexibiliteit maximaal is. Omdat kwaliteit, betrouwbaarheid en volledige beschikbaarheid belangrijk zijn, hebben de ontwikkelaars van FLiDAR aan Navex Elektro/Mastervolt gevraagd de energievoorziening te verzorgen.
Een belangrijke beslissing bij deze toepassing betrof de keuze van het type accu.
Er werd gekozen voor Lithium Ion technologie vanwege het lage gewicht, de geringe afmetingen en zeer belangrijk, een extreem hoog ‘in/uit rendement’. Het opslaan van energie in deze accu’s en die vervolgens gebruiken voor de energieverbruikers in de meetboei, heeft een rendement van > 90 %. Dit wil zeggen dat het energieverlies met een factor 3 is verminderd ten opzichte van de traditionele accu’s. Om ervoor te zorgen dat de FLiDAR ook op dagen met veel bewolking en weinig wind metingen verricht en doorgeeft, werd besloten om twee accusets te installeren met elk zes MLI Ultra 24/5000’s, een gezamenlijke capaciteit van 60 kWh. Met deze capaciteit kan de boei twee weken zonder zonlicht of wind werken, of twee maanden met gemiddelde wind en geen zon.
Om de verschillende energiebronnen en -verbruikers in de boei op afstand te monitoren en besturen, loopt alle noodzakelijke systeeminformatie via de MasterBus. Een combinatie van digitale schakelingen en Tank Level Interfaces (die de stroom meten via een standaard interface) zorgt ervoor, dat alle energiestromen worden gemeten en aangestuurd terwijl ook omgevingskenmerken zoals temperatuur en vochtigheidsgraad worden berekend.
Omwille van redundantie kunnen de twee accusets afzonderlijk worden geschakeld door het gebruik van 500 A bi-stabiele relais die worden aangestuurd door Multipurpose Contact Output interfaces. Dit kan allemaal op afstand worden geregeld door de integratie van een GPRS module in het MasterBus systeem.
De 24 V verbruikers worden direct door de accu’s gevoed. Een groep van vijf DC Master 24/12’s (DC-DC converters) zet de spanning om voor de 12 V verbruikers.
Als de boei aan wal is, kan deze aan het elektriciteitsnet worden gekoppeld voor het laden van de MLI Ultra accu’s, via de ChargeMaster acculaders.